RD-redactie, Apeldoorn, gisteren overdag: Blogje komt binnen onder werktijd… Waar vind je zulke collega’s?!
43. Betaald blog lezen…:)?
31 woensdag aug 2016
31 woensdag aug 2016
RD-redactie, Apeldoorn, gisteren overdag: Blogje komt binnen onder werktijd… Waar vind je zulke collega’s?!
31 woensdag aug 2016
De burgemeester begroette ons hartelijk toen we ons gisteren gingen melden op het gemeentehuis van Liebenfels, en een jonge ambtenaar liep meteen even mee naar de overkant waar Rachels nieuwe school staat. De directeur zat in z’n korte broek achter een bureau en liet Rachel haar nieuwe lokaal zien. Daar gaat ze volgende week woensdag als het goed is beginnen. Omdat Rachel in december 10 jaar hoopt te worden, zou ze hier in Oostenrijk eigenlijk al naar het gymnasium mogen, maar vanwege de taalachterstand doet ze eerst de hoogste klas van de basisschool (de vierde klas van de Volksschule) nog. Ze vindt het spannend, maar ook heel stoer! De school staat 7 km van ons huis, en een speciale schoolbus haalt Rachel op. Ze zit met zestien andere leerlingen in een klas en de lessen zijn elke middag rond half één al afgelopen!
Vandaag waren makelaar Edgar en de voormalige eigenaar Herr R. bij ons om de laatste formaliteiten af te handelen. Van R. kregen we een reusachtige rode wijn als welkomstgeschenk. Een fles om te bewaren.
30 dinsdag aug 2016
Posted verhuizen
inHet bericht dat we donderdagmiddag om 12.00 uur de sleutel van het woonhuis krijgen, is die dag -kort voor twaalven!- als een verrassing gekomen. De mannen vertrekken daarom halsoverkop in de auto van Rudy, terwijl Jeannette en de meisjes eerst inpakken en afscheid nemen op de Tengghof. Een tijdje later rijden ook zij Zmuln binnen, waar ze tot hun verbazing een auto van de wegenwacht op hun eigen terrein tegenkomen. Meteen daarop volgt een oldtimer met twee vrolijk zwaaiende mensen erin. Wat dat nu weer te betekenen heeft…? Bij het woonhuis treffen ze de mannen, die zich nog op de knieën slaan van het lachen.
En dan is het tijd om voor het eerst als bewoner het woonhuis binnen te gaan. Het voelt al net zo vertrouwd als de beide vorige keren, dat ruime, houten huis met de traditionele tegelkachels, de oeroude balken en de antieke trap. Vóór kijkt het uit op de heuvels met een dorpje in het dal. Achter en aan weerszijden loop je zó het bos in.
Er volgen twee dagen van uitruimen en inruimen. De mannen rijden honderd keer op en neer om meubels uit het woonhuis naar het appartementenhuis beneden te brengen en onze eigen spullen vanuit het appartementenhuis naar het woonhuis boven.
Wat zijn we blij dat Rudy en Jelle er zijn! Zonder hen zouden we ongetwijfeld weken langer hebben moeten zwoegen. Tussen het struikgewas bij het appartementenhuis vinden we een aanhangwagen. Rudy weet de lege banden daarvan weer op te pompen. Zijn auto heeft een trekhaak, zodat het transport wat dat betreft geen probleem meer is. De kinderen helpen mee en pauzeren in de middagen alleen een poosje om in de Zmulner See te gaan zwemmen. Daar eten we de eerste avonden ook, tot groot genoegen van de Bosnische serveerster. Op de laatste avond dat Rudy en Jelle bij ons zijn, barbecueën we in eigen tuin, waarbij ook Herr R. aanschuift om een biertje mee te drinken en ons te vertellen over de mensen die in de omtrek wonen. De fakkels branden, de Bratwurst geurt, krekels tsjirpen, rondom is het aardedonker en boven ons fonkelen de sterren. Het Bauernhaus ligt er vriendelijk bij nu door alle ruitjes lamplicht naar buiten valt. ‘Wie old times’, constateert de huisarts, die vanwege onze erbarmelijke kennis van het Karinthisch half Duits, half Engels spreekt.
Ook zaterdagmorgen sjouwen Rudy en Jelle zich in het zweet, maar dan is het voor hen toch echt tijd om naar Nederland terug te gaan, zodat ze nog net voor de zondag in hun eigen bed kunnen liggen. Bij het uitzwaaien moeten wij wel even slikken. Afscheid nemen van familie en vrienden zal voortaan altijd een beetje anders zijn dan het was.
29 maandag aug 2016
Posted verhuizen
inToet toet. Met verbaasde blikken staren Harold en zwager Rudy naar de kanariegele oldtimer die langs het appartementenhuis omhoog rijdt richting het woonhuis. Het koper van de wagen schittert in de zon; de bestuurder zwaait vrolijk en roept iets onverstaanbaars vanonder zijn geruite pet. De vrouw naast hem lacht en wuift enthousiast mee. Ongelovig kijken Harold en Rudy elkaar aan. Worden er hier opnames gemaakt voor een film over de ‘roaring twenties’? Lopen ze in Zmuln zó achter dat ze nog in houten automobielen met knijptoeters rondtoeren? En wat moet die oldtimerchauffeur bij het woonhuis? Of zou hij van plan zijn even daarvoor met antieke wagen en al af te slaan en het bos in te gaan?
De zwagers barsten in schaterlachen uit en wandelen, al fantaserend over het opmerkelijke automobiel, heuvelopwaarts naar het woonhuis. Want dáár hebben ze om twaalf uur donderdagmiddag afgesproken met de eigenaar van Zmuln 5 en 7, Herr R., praktiserend arts te Klagenfurt. Ja, echt! Vanochtend kwam de makelaar met het goede nieuws terwijl we nog in Arriach waren. De geneesheer zal ons tóch de sleutel van het woonhuis overhandigen, zodat Jeannette het huis van stof, spinnen en sporen van vorige bewoners kan ontdoen en wij er komende nacht allemaal kunnen slapen!
De zon schijnt. Harold en Rudy weten al kuierend grote wolken rook aan hun sigaartjes te onttrekken.
‘Hé! Hoorde jij dat ook?’ Halverwege de heuvel kijkt Rudy zijn zwager, nieuwbakken Freiherr von Zmuln, vragend aan. ‘Volgens mij gaat daar iets mis met die auto!’ constateert hij. Samen zetten ze er de pas in en -enigszins hijgend, maar nog wel met brandende sigaar- slaan ze linksaf de steile weg naar het woonhuis in.
Voor hun ogen ontvouwt zich een tafereel dat alleen in bijzonder ongeloofwaardige films voorkomt. De oldtimer is van de weg geraakt en hangt schuin naast de weg. Struiken en een paar jonge bomen zijn geknakt. Alleen een dun dennenboompje voorkomt dat het voertuig helemaal de berg afkukelt! De vrolijke geruite pet loopt wat rond, zwaait even met zijn mobiele telefoon en roept iets over de Oostenrijkse wegenwacht. Zijn vrouw probeert ondertussen uit de auto te klauteren. Door het ielige boompje, de positie van de auto en de steilte van de helling vrezen Rudy en Harold dat de wagen elk moment naar beneden zal kieperen. De lach is de dame inmiddels vergaan; ze kijkt zelfs enigszins benauwd. Hulp van haar reisgezel, hevig gesticulerend en luidkeels orerend in een moeilijk verstaanbare mengeling van Duits en Italiaans, krijgt ze niet. Eén verkeerde beweging en ze buitelt met oldtimer en al de berg af, denken de zwagers ontzet. Even vergeten ze aan hun sigaar te trekken.
Met veel moeite slaagt de Italiaanse dame erin zich tussen verschillende hendels door de auto uit te wurmen. Ze klopt denkbeeldig stof van zich af, pakt haar mobiel en maakt foto’s van oldtimer die bijna definitief uit de tijd was. Rudy informeert of hij iemand moet bellen. Niet nodig, zegt pet-met-ruit.
In de verte nadert een auto. Het is de dokter-met-de-sleutel die grote ogen opzet. Of er hulp nodig is, vraagt hij. ‘Nein, danke. Ich hab schon angerufen. Abschleppdienst ist unterwegs’, zegt de eigenaar van het automobiel, een Marion uit 1911, zoals hij trots uitlegt. Hij is ons pad ingereden in de veronderstelling dat het een doorgaande weg is en vervolgens gewoon uit de bocht gevlogen!
Een kwartiertje later arriveert een gele auto van de sleepdienst en twee personenauto’s met een stuk of vier mannen. Ook Matthias en Jelle –die de omgeving aan het verkennen waren- komen poolshoogte nemen. De plotselinge, abnormale hoeveelheid autoverkeer heuvelopwaarts heeft hun nieuwsgierigheid geprikkeld.
Dan neemt de reddingsoperatie een aanvang: touwen worden aan de oldtimer vastgemaakt. Een ervan wordt ook aan de sleepauto bevestigd. Rudy en Harold nemen het andere touw ter hand, terwijl Matthias en Jelle maken foto’s maken. Een boompje dat in de weg staat, wordt met een in allerijl gehaalde zaag te lijf gegaan. Spieren worden gespannen, de motor van de sleepauto ronkt, touwen verstrakken. Er wordt gezucht, gesteund, gehijgd; hoofden lopen rood en paars aan. Luttele minuten later staat de automobiel weer op de weg. De schade blijkt mee te vallen: niet meer dan een verbogen en gedeukt spatbord! Een van de sleepmannen duwt het weer in zijn fatsoen. ‘Wie neu’, bromt hij. Uit pure dankbaarheid nodigt de Italiaan Harold en Rudy uit voor een vakantie in zijn huis in Italië. Nadat de telefoonnummers zijn uitgewisseld, drukt de Italiaan op de starter en klimt in zijn voiture. Enthousiast knijpt hij in de knijptoeter, en zwaaiend verdwijnt hij om de bocht, achter de wegenwacht aan.
‘Noch nie erlebt!’ zegt de dokter. Wat een hilarisch begin van ons leven in Zmuln…
28 zondag aug 2016
Posted verhuizen
inFrau R. is écht kwaad. De vrachtwagen –speciaal transport voor kunstobjecten– staat op het weggetje te wachten omdat onze verhuiswagen het pad verspert. Appie kan er niks aan doen. Hij wil wel weg, maar als hij met een wagen die niet eens meer halfvol is, achteruit naar beneden gaat rijden, zal de hele inhoud gaan schuiven en door de trailer tuimelen. Wat Ap betreft helpen de beide chauffeurs van het kunsttransport mee met uitladen, zodat de verhuiswagen zo snel mogelijk leeg is. De mannen hebben alle begrip. Hun opdrachtgeefster niet. En dat laat ze merken ook.
Drie chauffeurs, Rudy, Jelle, Harold en Matthias rennen zich het vuur uit de sloffen om de wagen in recordtempo leeg te halen. Tijd om de spullen binnen te zetten, is er niet. Dus dumpen ze alles direct op het grasveld. Het zweet loopt in bergbeekjes langs hun gezicht, hun tong lijkt van leer, maar een slok drinken zit er niet in, want er moet vóórt gemaakt worden. Het ongelooflijke gebeurt: binnen een halfuur is de verhuiswagen helemaal leeg. Ap kan de terugreis aanvaarden; de twee andere chauffeurs nemen een fooi in ontvangst en halen in het woonhuis boven de antieke meubels op. Als ook zij vertrokken zijn, zit de deur daar weer hermetisch op slot. Wie weet, tot wanneer…
Harold & Jeannette worden om twee uur bij de bank verwacht om daar te tekenen. Kwestie van tien minuutjes, heeft de makelaar gezegd… De vriendelijke bankbediende neemt zijn taak heel serieus en loopt formulier na formulier uitvoerig door. Geen klein lettertje slaat hij over. Zorgvuldig controleert hij voor- en achterkanten twee, drie keer. Hij verplaatst stapels documenten van zijn bureau naar de tafel waaraan we zitten – en weer terug – en weer naar zijn bureau.
De tien minuten zijn al lang en breed verstreken als we nog maar een fractie van de papieren ondertekend hebben. Harold mompelt dat hij een ‘Ikea-gevoel’ krijgt (wat in zijn geval niet veel goeds voorspelt) en Jeannette moet steeds vaker op haar lip bijten om niet de slappe lach te krijgen.
Als ze het zoveelste vel heeft gesigneerd, veert de bankbediende plotseling op, hij grist het papier uit haar handen, schuift zijn bril naar z’n voorhoofd en staart verbijsterd naar haar handtekening. ‘Wilbrienk-Donkerstek?’ hakkelt hij. Hij grijpt Jeannette’s paspoort en legt het naast de bankpapieren om ze met elkaar te vergelijken. Driftig tikt hij op de naam: ‘Donkerstek’. Dan wijst hij verwijtend naar de handtekening: ‘Wilbrienk-Donkerstek’.
Jeannette ondertekent met een andere naam dan die in haar paspoort en in de documenten staat! We leggen uit dat in het paspoort onder ‘Donkersteeg’ staat: ‘e/v Wilbrink’. Maar daarmee neemt de man geen genoegen. Hij is echt van slag. Ordnung moet immers sein. En nu is de handtekening anders dan de naam in de papieren. De beambte strijkt zijn haar naar achteren, grijpt zijn bureautelefoon en begint te bellen: met zijn secretaresse, met de notaris in K, met de notaris in F, met de makelaar. De een na de ander heeft geen enkel probleem met de gang van zaken; in Nederland wordt de meisjesnaam nu eenmaal vet in een paspoort afgedrukt, maar de ambtenaar laat zich niet geruststellen.
Tussen elke twee telefoontjes door, verontschuldigt hij zich tegenover ons. Het is in ons eigen belang, legt hij nerveus uit, het is beter als alles opnieuw wordt opgesteld en we later terugkomen om te ondertekenen – hier én in Klagenfurt. De goede bedoeling is duidelijk en omdat wij nu eenmaal geen verstand van dit soort zaken hebben, laten we alles maar over ons heenkomen. Als de man een uur later nog steeds niemand heeft gevonden die het met hem eens is, zet hij zuchtend de signeersessie voort. Te voet brengt hij ons vervolgens naar de notaris (waarbij hij om de vijf stappen achterom kijkt of we nog wel volgen) in wiens aanwezigheid wij een laatste contract moeten tekenen.
De tien minuten zijn meer dan twee uur geworden. Eenmaal terug in Zmuln is het dan ook de hoogste tijd voor een heerlijke maaltijd aan het meer. Aan tafel wordt het weer supergezellig, de kinderen zwemmen nog wat, de ‘See’ schittert in de avondzon, het landschap rondom ligt er vredig bij. Wánneer we dan ook de sleutel in ontvangst mogen nemen en hóeveel Wilbrienk-Donkerstek-perikelen ons nog te wachten staan, het is de moeite waard!
27 zaterdag aug 2016
Posted verhuizen
inDe eieren met spek voor het ontbijt staan nog maar nauwelijks op het vuur als er een sms van zwager Rudy binnenkomt. Of we al wakker zijn? Wij wel! Is híj al onderweg? (Rudy wilde namelijk deze woensdagochtend onze kant op komen om te helpen uitladen, hoera!) Hij is er al…! antwoordt hij in zijn volgende sms! Gisteravond tien uur vertrokken, nu – kwart over zeven ’s ochtends in Zmuln. Als bewijs stuurt hij een foto mee van een koffiepotje tegen de achtergrond van ons eigen appartementenhuis in het ochtendlicht. Als een speer werken we ons ontbijt naar binnen en dan vertrekken we -met hond en chauffeur aan boord- naar Zmuln. Na een uitbundige begroeting pakken we de draad van het uitladen weer op.
Om kwart voor elf komt de echtgenote van de voormalige eigenaar de heuvel oprijden. Om elf uur moet de weg vrij zijn, kondigt ze aan. Dan zal een speciale vrachtwagen een aantal meubels uit het woonhuis ophalen. Rudy brengt de boodschap over aan chauffeur Appie en Jeannette vertrekt met de meisjes naar de supermarkt in Klagenfurt. Daar laadt ze met Maria een winkelwagen vol.
Als ze een hele tijd later samen de zware kar naar buiten duwen treffen ze Rachel bij de ingang aan met een grote jachthond die ze aan z’n halsband vasthoudt. Een meneer heeft hem aan haar gegeven, beweert ze. De man vroeg of de hond van haar was en hoewel ze nee had gezegd, had hij haar de halsband in de hand gedrukt en was verdwenen. Verschillende mensen wilden inmiddels weten of het dier van haar was (dacht ze) en of het ‘vermist’ was (dacht ze), maar het meeste daarvan kon ze niet verstaan en ze had maar gewoon telkens gezegd dat ze geen Duits sprak. Die hond wil ze in elk geval houden (weet ze zeker). Kan niet! vindt haar moeder. Maar de winkel ligt aan een provinciale weg, het is gevaarlijk om het dier los te laten! roepen Rachel en Maria om het hardst. En dat is waar. Tot overmaat van ramp gaat de telefoon. Edgar, de makelaar. ‘Het is niet goed gegaan vanmorgen?’ vraagt hij somber. Niet goed? Wat is er niet goed? Edgar vertelt dat hem per telefoon is meegedeeld dat onze verhuiswagen om elf uur niet van zijn plek was. De vrachtwagen die de meubels van de voormalige eigenaars kwam halen kon er dus niet meteen door en nu wil Frau R. ons de sleutel van het woonhuis pas volgende week geven! O nee! Dat betekent: a) nog eens dagenlang dakloos; b) geen kans om onze inboedel naar het huis boven te brengen terwijl juist nu Rudy en Jelle er enkele dagen zijn om te helpen; c) op zoek naar een nieuw overnachtingsadres, want Tengghof is vanaf vrijdag weer bezet; d) heel veel extra overnachtingskosten en: e) werken in het appartementenhuis waar we geen water hebben en niet bij de gras- en bosmaaiers kunnen.Wat een toestand!
Daar staan ze dan: met een overvolle kar, met een zwerfhond en met –blijkbaar- problemen in Zmuln. Eerst die winkelwagen maar uitladen, hopelijk komt de hondenbaas ondertussen opdagen. Helaas, als alle boodschappen op de achterbank liggen, is er nog steeds geen eigenaar te bekennen. Jeannette haalt diep adem, repeteert in stilte een paar keer hoe je in het Duits uitlegt dat je een hond gevonden hebt, die je eigenlijk niet kunt houden, maar ook niet wilt achterlaten en stapt dan de winkel in. ‘Is het die grote bruine?’ wil het winkelmeisje weten. ‘Die liep hier al in de zaak. Geen idee van wie die is. Gevaarlijk, bij die grote weg? Tsja, als er vanavond nog niemand voor hem is gekomen, gaan we wel bellen…’
Dan moet het beest in vredesnaam maar mee naar huis. Dolenthousiast begint Rachel de vondeling naar onze auto te slepen. Op dat moment stopt er een rode pick-up achter ons. ‘Sina!’ brult de boze meneer die er uitspringt. De baas is boven water! Tot verdriet van Rachel en Maria. Zonder hond verlaten we Klagenfurt. Op weg naar het volgende probleem. Gisteren kwamen de voormalige eigenaren even langs. In tegenstelling tot haar man leek mevrouw ons op de een of andere manier bepaald niet welgezind. Hoe kan het nu dat de verhuiswagen niet tijdig van zijn plek was?! En wat doen we als we inderdaad voorlopig geen sleutel krijgen? Vanmiddag worden we bij de bank verwacht. Dan hebben we wel betaald, maar geen huis…
27 zaterdag aug 2016
Posted verhuizen
inEen zwaar geronk rolt dinsdagmorgen over de heuvels rond Zmuln. Is het een vliegtuig? Een tractor? De motorzaag van een houthakker in het bos? Of… is het eindelijk ‘onze’ vrachtwagen? Gespannen turen we de heuvel af. In de verte zien we een rode tractor met een kar vol hooi hevig puffend het dal uit rijden. Jeannette krabt zich achter de oren. Jelle dist ter bemoediging al dagenlang verhalen op over verhuiswagens die in de fik vliegen en in ravijnen storten. Daarover lees je immers dagelijks in de krant… Er kan van alles misgaan en in die wagen zit wel ons hele hebben en hou’en.
We hervatten ons werk om en in het appartementenhuis. We banen ons met moeite een weg door het onkruid en proberen enige orde aan te brengen in de enorme hoeveelheid spullen waarmee het huis is volgestouwd. Alle bedden en toebehoren slepen we naar één vertrek en we maken ‘afdelingen’ in de recreatieruimte: een hoek voor de tafels en een hoek voor de stoelen, aparte plekken voor opgezette dieren, keukenapparatuur en het servies. Geleidelijk aan ontstaat een kringloopcentrum met een assortiment dat je zelfs in ‘De Schuur’ te Lieren niet vindt.
We zijn deze dinsdagmorgen wakker geworden op de Tengghof in Arriach. Aan de deur hing een zak pas gebakken broodjes en croissants, in de vensterbank stond een kan verse melk. Voor gebakken eieren met spek zorgde Harold – en zodra alles op was, reisden we af naar Zmuln in afwachting van de verhuiswagen. Het koopcontract is weliswaar getekend, maar pas morgen kunnen we tekenen bij de bank. Betaald hebben we dus nog niet – in Oostenrijk werkt ook dit een beetje anders dan in Nederland. Gelukkig heeft de eigenaar ons bij de notaris toegezegd toch alvast een sleutel klaar te leggen. Die zou op beide huizen passen. Het woonhuis krijgen we helaas met geen mogelijkheid open, maar het vakantiehuis wel, zodat we gelukkig toch kunnen uitladen. Áls de verhuiswagen aankomt, natuurlijk…
De stilte wordt opnieuw doorbroken door het geluid van een motor. Dit keer is het de auto van een postbode die ons ‘gazon’ op rijdt. Wat moet die hier nou in de wildernis?! Even later komt Rachel de trap oprennen om Jeannette een envelop te overhandigen met een prachtige kaart van Paleis het Loo met goede wensen namen de hele familie Marchal! Bijzonder om zo op onze nieuwe stek de eerste, vertrouwde tekenen van ‘thuis’ te krijgen! En dan blijkt Harold beneden op de veranda te zitten met nog meer kaarten: van opa en oma, van mevrouw Zwaal en zelfs van iemand bij wie Jeannette slechts één jaartje in de klas heeft gezeten, maar die vol belangstelling de blog volgt. Dank allemaal, wat een mooi moment, die allereerste post voor ons!
Er klinken mannenstemmen. Een ervan kennen we maar al te goed, die is van neef Jelle, nagenoeg man, maar al wel beschikkend over een redelijk zware stem. Hij komt terug wandelen van de Zmulner See, waar hij met de kinderen is gaan zwemmen. De andere stem klinkt ons iets minder bekend in de oren, de taal des te meer: onvervalst Nederlands. We stuiven naar buiten. Daar is Appie, de chauffeur van de verhuiswagen! Hoe blij kun je zijn met de komst van iemand, die je vier dagen eerder nog helemaal niet kende! De verhuiswagen heeft Ap niet bij zich, die staat nog onderaan de heuvel. Eerst wil hij lopend het smalle, steile pad verkennen. Appie schudt zijn hoofd. Deze verhuizing krijgt een plek in zijn ‘persoonlijk geschiedenisboekje’, zo verzekert hij ons, smakelijk lachend.
De kop van de kabine verschijnt tien minuten later om de bocht vóór het appartementenhuis. De trekker en oplegger nemen op de smalle toegangsweg monsterlijke afmetingen aan. Telefoonpalen, hekwerk en bomen worden op luttele centimeters na ontweken. Ook het appartementenhuis ontsnapt op een haar na aan een aanslag met de tientallen tonnen tellende vrachtwagencombinatie. Na enig manoeuvreren staat de wagen pal naast de zijkant van het voormalig pension. Verder komt hij niet. Dit betekent dat we voor niets alle spullen voor woonhuis en appartement gescheiden hebben ingeladen én dat we alles voor het woonhuis zelf de berg op moeten zien te krijgen. Het is niet anders. De weg naar het huis blijkt echt te smal en te steil, de bochten erin zijn te scherp.
Ap maakt de deuren open en we staan oog in oog met onze huisraad. Het geeft een gelukzalig gevoel dat onze eigen spullen zijn gearriveerd op de plek die ons de laatste maanden dierbaar is geworden. Merkwaardig dat je opeens zoveel waarde hecht aan die oude, verroeste bankschroef, aan die stoel met poten waaraan onze vorige hond fanatiek heeft zitten knagen, aan de winterbanden die altijd bij oma op zolder lagen, aan de brievenbus die aan het hek in Lieren was vastgeschroefd.
De appartementen aan de voorkant hebben we al ontruimd, zodat er plek is voor onze eigen spullen. Net als in Lieren vormen we een ketting, maar deze heeft wel wat minder schakels. Doos na doos wordt hoog opgetast. Het is heel warm en heel stil, totdat zowaar weer het geluid van een auto nadert. Dit keer komt het van boven, uit het bos. Het blijkt een houthakker te zijn, compleet met baard en bretels, die na een dag werken naar huis gaat. Onze verhuiswagen blokkeert zijn pad en Appie wil hem al gaan afsluiten en het weggetje weer een eind terug kruipen, maar de houthakker zegt: ‘Eerst helpen, dan pas verder!’
Als we in de avond bij de Zmulner See willen gaan eten, zijn we Appie kwijt. We roepen en zoeken, maar de chauffeur blijft spoorloos. Misschien is hij al naar het meer gelopen? Ook daar treffen we hem echter niet. En dus gaat Harold weer terug. Appie blijkt lopend een ander pad te verkennen dan dat waarover hij gekomen is, want het hele lange, smalle, kronkelige eind tot aan de provinciale weg achteruit terug rijden, ziet hij niet zitten. Gelukkig lijkt het bospad wel begaanbaar. Zelden smaakte de Pommes zo lekker als nu aan de Zmulner See, na een dag zwoegen.
De kinderen nemen nog een duik voordat we naar Tengghof terugrijden, waar de boerin een verrukkelijke Apfel Strudel bij ons op de stoep heeft gezet.
Voor Ap maken we een bed op in de saunakamer. Hij droomt van vrachtwagens die niet verder kunnen. Totdat hij om vier uur wakker wordt en geen oog meer dicht doet…
23 dinsdag aug 2016
Posted Geen categorie, verhuizen
inOp maandagmiddag 22 augustus -gisteren dus- lopen we met twee makelaars en vier kinderen door de zonovergoten straten van Klagenfurt. Het is onze eerste kennismaking met de schitterende hoofdstad van Karinthië, waar Maria en Matthias als het goed is binnenkort naar school zullen gaan. Langs monumentale gebouwen en over oude pleinen wandelen we naar het notariskantoor in het centrum.
‘Ik begrijp dat nooit zo goed, dat mensen alles kunnen achterlaten…’ zegt Herr R. -(voormalig) eigenaar van de huizen in Zmuln- als alle handtekeningen gezet zijn. Verwonderd schudt de huisarts uit Klagenfurt zijn hoofd.
‘Aber wir begreifen das selbst auch noch immer nicht’, antwoordt Jeannette. Even is het stil aan de ronde tafel. Dan barsten alle aanwezige heren in lachen uit. Of iemand het begrijpt of niet – de koop is gesloten.
Op een terrasje in de zon overleggen we met beide makelaars over het vervolg: het tekenen bij de bank komende woensdag, de officiële sleuteloverdracht aanstaande donderdag en nog heel veel meer. De eerste hindernis is genomen. Tijd voor een barbecuefeestje in de tuin van Tengghof, waar we inmiddels onze intrek hebben genomen.
23 dinsdag aug 2016
Posted verhuizen
inDe allerlaatste avond in Nederland: gezellig galgenmaal bij goede vrienden (en vriendjes!)
Met de legendarische monchoutaart van Gerda…
…en een heel bijzonder receptenboek voor Harold.
Volop verrassingen!
Banden die blijven…
Matthias komt ondertussen terug na een week in zijn tweede thuis bij Ruben…
…met hartverwarmende cadeaus waaronder een superspeciaal fotoboek vol kostbare herinneringen.
En dan die vrijdag – wat een verhuizing was dat!
De dames van de broodjes…
Nu is het echt zo ver. Afscheid.
23 dinsdag aug 2016
Dat we ons heerlijke huis, waaraan vooral opa in de loop der jaren zoveel op authentieke wijze heeft gerenoveerd, moeten achterlaten, bezorgt ons heel wat hartzeer. Gelukkig kunnen de vele mooie boekenkasten wél mee verhuizen. En natuurlijk dat prachtige kippenhok, met z’n idyllische ruitjes, z’n handige silo en z’n leuke nestkastje dat je van buitenaf kunt openen om elke morgen de verse eitjes eruit te vissen (al dan niet vanonder de dames die er op dat moment nog op zitten)!
Of… krijgen we dat loodzware hok niet over het tuinhek, langs de rozenboog én tussen het huis en het containerhok door naar de weg??? Kan nooit! roepen de meeste mensen. Oeps!
We zijn alle mannen dankbaar, die het gevaarte vrijdag toch op hun schouders namen, hoog optilden en onder ademloos toekijken van het publiek óver alle obstakels heen naar de weg wisten te brengen. Geen wonder dat er een luid applaus losbarstte! Het moet de nodige spierpijn, schrammen en blauwe plekken opgeleverd hebben en voorlopig is het nog niet in Oostenrijk, maar de grootste hindernis is genomen.