Bijzondere dagen voor ons, in deze voorlaatste week van augustus. Niet omdat onze blonde, vierpotige allemansvriend Tobias bijna jarig is. Zelfs niet omdat vijftig jaar geleden de eerste McDonald’s in Nederland werd geopend. Nee, precies vijf jaar geleden verlieten wij Nederland voorgoed en arriveerden we met ons vijven op Freudenhof, dat toen nog Haus Einsamkeit heette.
Eenzaam was het er inderdaad, het is het laatste huiselijke huis aan deze kant van de Zmulnerberg. De plek en het huis gaven Jeannette de voorbije vijf jaren de rust & ruimte die ze in Karinthië hoopte te vinden, hoewel de rust met meer dan veertig gasten in de vakantieperiode een relatief begrip is. Harold is in Zmuln de angst kwijtgeraakt die hem in Nederland parten speelde om “hetzelfde werk te doen en in hetzelfde huis te wonen” tot aan het einde van zijn leven; hij heeft zijn avontuur in Zmuln gekregen. En de kinderen, die zouden er niet aan moeten denken om dit avontuur te missen.
Voor ons allemaal geldt dat we dankbaar zijn voor de prachtige omgeving én voor vele nieuwe mensen die we hier mochten leren kennen: gasten uit Nederland, de mensen van het Leger des Heils die ons de jaren door trouw hielpen, de broeders en zusters uit de kerk waarvan we lid zijn, de jongeren die hier weken, soms maanden doorbrachten en hielpen met duizend en een klussen en nog vele, vele anderen. Ze hebben ons leven verrijkt!
Die eerste reis naar Zmuln, vijf jaar terug, verliep niet zonder slag of stoot; de navigatie kende geen dorp Zmuln, dus deden we het zonder de aanwijzingen van de TomTom. Langer dan een uur dwaalden we door de zonovergoten omgeving zonder ons huis te zien. Raar eigenlijk, je eigen huis niet kunnen vinden… Uiteindelijk zagen we in het dorp Zweikirchen een bordje Zmuln, reden we langs maïsvelden, korenakkers en weiden met grazende koeien heuvelopwaarts. Dáár was het!
Wat we er precies aantroffen? Dat ligt er maar net aan aan wie je die vraag stelde. De meeste mensen zagen er indertijd misschien een mooie plek in om een middagje te picknicken, aan het einde ervan het picknickkleed uit te schudden en weer huiswaarts te keren. Sommigen zagen er een prima stuk bouwgrond in: alles plat schuiven, nieuw bouwen en je hebt een huis op een fantastische locatie. Wijzelf zagen niet zozeer aan wat voor ogen was, maar wat het zou kunnen worden. Van de ondoordringbare wildernis kon je best een mooie tuin maken, een hoekje met een schommel en wipwap voor de kinderen, een vuurplaats en een groot gazon. Het zwembad –destijds een haveloos gat vol kikkers, hagedissen en slangen– viel toch best nog op te knappen? En ja, het zwaar vervallen, vreselijk vochtige, met troep volgestouwde huis zelf zou ook wat aandacht vragen. Maar als we ons kwaad maakten, wie weet hoeveel er dan in korte tijd kon gebeuren, dachten we, terwijl Harold zich enthousiast in zijn twee linkerhanden wreef. Hoe naïef kun je zijn…
“Wahnsinn!”, noemde menige Oostenrijker het.
Het kostte inderdaad heel wat zweetdruppels, centen, denkwerk én veel hulp uit onverwachte hoeken om Freudenhof zover te krijgen als het nu is: een fantastische plek om vakantie te vieren, maar een nog veel betere plek om te wonen. En nee, het was niet alleen Freude die we hier gekend hebben, want niet altijd zat het mee. De renovatie van het zwembad bleek veel duurder dan gedacht, de Volksbank weigerde ondanks eerdere toezeggingen plotseling extra krediet te verstrekken, de planning van renovatiewerkzaamheden dreigde vaak uit de hand te lopen, omdat niet alle Karinthiërs gewoon zijn afspraken na te komen en de laatste (corona)winter viel ons ook zwaar. We zijn het allemaal te boven gekomen en genieten elke dag van elkaar, deze plek, onze vele gasten. Gott sei Dank!


Teruglezen hoe ons die eerste dagen verging? Klik gewoon op een van de volgende links…