Het bericht dat we donderdagmiddag om 12.00 uur de sleutel van het woonhuis krijgen, is die dag -kort voor twaalven!- als een verrassing gekomen. De mannen vertrekken daarom halsoverkop in de auto van Rudy, terwijl Jeannette en de meisjes eerst inpakken en afscheid nemen op de Tengghof. Een tijdje later rijden ook zij Zmuln binnen, waar ze tot hun verbazing een auto van de wegenwacht op hun eigen terrein tegenkomen. Meteen daarop volgt een oldtimer met twee vrolijk zwaaiende mensen erin. Wat dat nu weer te betekenen heeft…? Bij het woonhuis treffen ze de mannen, die zich nog op de knieën slaan van het lachen.

En dan is het tijd om voor het eerst als bewoner het woonhuis binnen te gaan. Het voelt al net zo vertrouwd als de beide vorige keren, dat ruime, houten huis met de traditionele tegelkachels, de oeroude balken en de antieke trap. Vóór kijkt het uit op de heuvels met een dorpje in het dal. Achter en aan weerszijden loop je zó het bos in.

Er volgen twee dagen van uitruimen en inruimen. De mannen rijden honderd keer op en neer om meubels uit het woonhuis naar het appartementenhuis beneden te brengen en onze eigen spullen vanuit het appartementenhuis naar het woonhuis boven. 

DSC_0346

Wat zijn we blij dat Rudy en Jelle er zijn! Zonder hen zouden we ongetwijfeld weken langer hebben moeten zwoegen. Tussen het struikgewas bij het appartementenhuis vinden we een aanhangwagen. Rudy weet de lege banden daarvan weer op te pompen. Zijn auto heeft een trekhaak, zodat het transport wat dat betreft geen probleem meer is. De kinderen helpen mee en pauzeren in de middagen alleen een poosje om in de Zmulner See te gaan zwemmen. Daar eten we de eerste avonden ook, tot groot genoegen van de Bosnische serveerster. Op de laatste avond dat Rudy en Jelle bij ons zijn, barbecueën we in eigen tuin, waarbij ook Herr R. aanschuift om een biertje mee te drinken en ons te vertellen over de mensen die in de omtrek wonen. De fakkels branden, de Bratwurst geurt, krekels tsjirpen, rondom is het aardedonker en boven ons fonkelen de sterren. Het Bauernhaus ligt er vriendelijk bij nu door alle ruitjes lamplicht naar buiten valt. ‘Wie old times’, constateert de huisarts, die vanwege onze erbarmelijke kennis van het Karinthisch half Duits, half Engels spreekt.

DSC_0378

Ook zaterdagmorgen sjouwen Rudy en Jelle zich in het zweet, maar dan is het voor hen toch echt tijd om naar Nederland terug te gaan, zodat ze nog net voor de zondag in hun eigen bed kunnen liggen. Bij het uitzwaaien moeten wij wel even slikken. Afscheid nemen van familie en vrienden zal voortaan altijd een beetje anders zijn dan het was.

DSC_0388

41-c