Toet toet. Met verbaasde blikken staren Harold en zwager Rudy naar de kanariegele oldtimer die langs het appartementenhuis omhoog rijdt richting het woonhuis. Het koper van de wagen schittert in de zon; de bestuurder zwaait vrolijk en roept iets onverstaanbaars vanonder zijn geruite pet. De vrouw naast hem lacht en wuift enthousiast mee. Ongelovig kijken Harold en Rudy elkaar aan. Worden er hier opnames gemaakt voor een film over de ‘roaring twenties’? Lopen ze in Zmuln zó achter dat ze nog in houten automobielen met knijptoeters rondtoeren? En wat moet die oldtimerchauffeur bij het woonhuis? Of zou hij van plan zijn even daarvoor met antieke wagen en al af te slaan en het bos in te gaan?
De zwagers barsten in schaterlachen uit en wandelen, al fantaserend over het opmerkelijke automobiel, heuvelopwaarts naar het woonhuis. Want dáár hebben ze om twaalf uur donderdagmiddag afgesproken met de eigenaar van Zmuln 5 en 7, Herr R., praktiserend arts te Klagenfurt. Ja, echt! Vanochtend kwam de makelaar met het goede nieuws terwijl we nog in Arriach waren. De geneesheer zal ons tóch de sleutel van het woonhuis overhandigen, zodat Jeannette het huis van stof, spinnen en sporen van vorige bewoners kan ontdoen en wij er komende nacht allemaal kunnen slapen!
De zon schijnt. Harold en Rudy weten al kuierend grote wolken rook aan hun sigaartjes te onttrekken.
‘Hé! Hoorde jij dat ook?’ Halverwege de heuvel kijkt Rudy zijn zwager, nieuwbakken Freiherr von Zmuln, vragend aan. ‘Volgens mij gaat daar iets mis met die auto!’ constateert hij. Samen zetten ze er de pas in en -enigszins hijgend, maar nog wel met brandende sigaar- slaan ze linksaf de steile weg naar het woonhuis in.
Voor hun ogen ontvouwt zich een tafereel dat alleen in bijzonder ongeloofwaardige films voorkomt. De oldtimer is van de weg geraakt en hangt schuin naast de weg. Struiken en een paar jonge bomen zijn geknakt. Alleen een dun dennenboompje voorkomt dat het voertuig helemaal de berg afkukelt! De vrolijke geruite pet loopt wat rond, zwaait even met zijn mobiele telefoon en roept iets over de Oostenrijkse wegenwacht. Zijn vrouw probeert ondertussen uit de auto te klauteren. Door het ielige boompje, de positie van de auto en de steilte van de helling vrezen Rudy en Harold dat de wagen elk moment naar beneden zal kieperen. De lach is de dame inmiddels vergaan; ze kijkt zelfs enigszins benauwd. Hulp van haar reisgezel, hevig gesticulerend en luidkeels orerend in een moeilijk verstaanbare mengeling van Duits en Italiaans, krijgt ze niet. Eén verkeerde beweging en ze buitelt met oldtimer en al de berg af, denken de zwagers ontzet. Even vergeten ze aan hun sigaar te trekken.
Met veel moeite slaagt de Italiaanse dame erin zich tussen verschillende hendels door de auto uit te wurmen. Ze klopt denkbeeldig stof van zich af, pakt haar mobiel en maakt foto’s van oldtimer die bijna definitief uit de tijd was. Rudy informeert of hij iemand moet bellen. Niet nodig, zegt pet-met-ruit.
In de verte nadert een auto. Het is de dokter-met-de-sleutel die grote ogen opzet. Of er hulp nodig is, vraagt hij. ‘Nein, danke. Ich hab schon angerufen. Abschleppdienst ist unterwegs’, zegt de eigenaar van het automobiel, een Marion uit 1911, zoals hij trots uitlegt. Hij is ons pad ingereden in de veronderstelling dat het een doorgaande weg is en vervolgens gewoon uit de bocht gevlogen!
Een kwartiertje later arriveert een gele auto van de sleepdienst en twee personenauto’s met een stuk of vier mannen. Ook Matthias en Jelle –die de omgeving aan het verkennen waren- komen poolshoogte nemen. De plotselinge, abnormale hoeveelheid autoverkeer heuvelopwaarts heeft hun nieuwsgierigheid geprikkeld.
Dan neemt de reddingsoperatie een aanvang: touwen worden aan de oldtimer vastgemaakt. Een ervan wordt ook aan de sleepauto bevestigd. Rudy en Harold nemen het andere touw ter hand, terwijl Matthias en Jelle maken foto’s maken. Een boompje dat in de weg staat, wordt met een in allerijl gehaalde zaag te lijf gegaan. Spieren worden gespannen, de motor van de sleepauto ronkt, touwen verstrakken. Er wordt gezucht, gesteund, gehijgd; hoofden lopen rood en paars aan. Luttele minuten later staat de automobiel weer op de weg. De schade blijkt mee te vallen: niet meer dan een verbogen en gedeukt spatbord! Een van de sleepmannen duwt het weer in zijn fatsoen. ‘Wie neu’, bromt hij. Uit pure dankbaarheid nodigt de Italiaan Harold en Rudy uit voor een vakantie in zijn huis in Italië. Nadat de telefoonnummers zijn uitgewisseld, drukt de Italiaan op de starter en klimt in zijn voiture. Enthousiast knijpt hij in de knijptoeter, en zwaaiend verdwijnt hij om de bocht, achter de wegenwacht aan.
‘Noch nie erlebt!’ zegt de dokter. Wat een hilarisch begin van ons leven in Zmuln…
Wanneer komt je eerst boek uit over al deze avonturen? Ik volg jullie trouw en geniet (of beleef teleurgesteld) al jullie verhalen en foto’s mee. Wat een heerlijke verhalen om te lezen. En hoe positief je alles weer aan het ‘papier’ toevertrouwd. Gelukkig komt het steeds meer in de richting van waar jullie gehoopt hadden uit te komen. Geniet van dit prachtige avontuur, jullie toekomst daar! Enne…. leuke quiltpatroontjes al reactie-icoontjes 🙂
LikeLike
Haha, dat was mij ook al opgevallen, Heleen, dat van die quiltpatroontjes:)! Heel erg leuk dat je meeleeft, bedankt en een hartelijke groet!
LikeLike
Hallo familie Wilbrink,
Ik heb net jullie avonturen van afgelopen weken gelezen. Geweldig!! Echt super leuk om te lezen!
Heel veel succes daar en hoop dat jullie nu snel de sleutel krijgen.
Groetjes,
Maaike
LikeGeliked door 1 persoon
Wat leuk om van je te horen, Maaike!!! En ja, toen de dokter naar boven kwam en op die gestrande oldtimer stuitte, had hij inderdaad de sleutel van het woonhuis bij zich voor ons. Gelukkig! Hartelijke groet van ons allemaal voor jullie allemaal!
LikeLike
Het zal wel aan de locatie liggen – zo is het op de Zmuln. Geweldig, als oldtimerliefhebber extra leuk om dit verhaal te lezen.
LikeLike