Donderdagmorgen 30 november

04.47 uur – Stilte en duisternis worden wreed verstoord. Geronk nadert. Lichtschijnsel dringt door het gordijn de slaapkamer binnen. Beneden slaat Tobias aan. Het kan niet missen: de sneeuwschuiver komt de berg op. Nu al!

05.45 uur – ‘D’r uit!’ zegt de wekker. Jeannette is aan de beurt om de kinderen naar school te helpen. Bij het licht dat vanaf de overloop naar buiten valt, ziet ze de struiken achter het huis zwaar doorbuigen onder hun witte last. Gauw gaan de gaskacheltjes aan. Gisteren stopte de centrale verwarming er namelijk mee: de gastank bleek leeg. Normaal geen probleem dankzij onze heerlijk tegelkachel, maar die is stuk, en wordt pas volgende week gerepareerd…

06.30 uur – Dik ingepakt stappen Maria en Matthias de deur uit, lopend naar de bus in Zweikirchen door een betoverd landschap.

06-45 uur – Jeannette maakt Rachel wakker. ‘Morgen ben ik jarig!’ is het eerste wat een slaperig stemmetje opgetogen zegt.

06.00 uur – De chauffeur van de schoolbus wordt gebeld om te zeggen dat Rachel alleen op de terugweg meegaat. Heen kan ze met Jeannette meerijden, die toch een boodschap in Liebenfels moet doen. ‘Oké! Passt! Danke!’

Blog1

07.30 uur – ‘Ik heb kriebels in mijn buik’, zegt Jeannette, terwijl ze door de sprookjesachtige wereld naar beneden lopen.  ‘Autorijden met zó veel sneeuw…’

Blog2

De auto kon gisteren niet meer boven komen en wacht hen op bij het appartementenhuis.

Blog2b

Jeannette schept de sneeuw bij de voorwielen weg en maakt de ruiten vrij.  Hoewel de sneeuwschuiver in alle vroegte geweest is, ligt er alweer een hele laag.
Ze krijgt de wagen zowaar in beweging. Soms maakt hij een rare schuiver op het landweggetje. Dan zegt ze hardop tegen zichzelf: ‘Niet remmen, zegt Harold! Bijsturen en vooral niet remmen!’

07.40 uur –  De doorgaande weg naar Liebenfels loopt net buiten Zweikirchen omhoog. Eenmaal boven heb je pas weer zicht op het vervolg van de route en dat ziet er dit keer niet best uit. Beneden blokkeert een grote vrachtwagen vol boomstammen de halve rijbaan! Een personenauto is er zo te zien tegenaan geknald, enkele mensen staan ernaast en omdat de weg inmiddels naar beneden loopt, begint onze eigen auto flink vaart te maken. In een reflex probeert Jeannette te remmen, maar de auto reageert nergens meer op, gaat alleen maar harder rollen.
Níet bovenop die vrachtauto, die geeft geen millimeter mee! vliegt het in een flits door Jeannette’s hoofd. Probeer de berm in te rijden! Ze stuurt naar rechts. Even lijkt de auto inderdaad de berm en daarmee de sneeuwhopen in te schieten, dan tolt hij plotseling naar links.
‘We gaan botsen, Rachel! We gaan botsen!’ roept Jeannette in paniek. De mensen buiten schijnen zwaaiende bewegingen te maken, de vrachtauto met de boomstammen is nu vlakbij. Plotseling vliegt er een man over de motorkap. Ik moet eruit!, denkt Rachel ondertussen doodsbang. Wég hier! Haar hand gaat al naar de deur…
Dan een enorme klap en een schroeilucht. Brand?  ‘Gaat het goed, Rachel?’ vraagt Jeannette (al herinnert ze zich dat later niet meer). ‘We moeten eruit! Snel! Kom achter me aan!’ Wát, als ook de auto die ze een eindje achter zich heeft gezien niet kan stoppen? Ze klikken hun gordels los, vliegen de weg over, naar de berm. ‘Ik ben bang, mama!’ roept Rachel. ‘En ik bloed. Kijk, ik bloed heel erg!’
Tot haar ontzetting ziet Jeannette dat Rachels gezicht onder het bloed zit. Het drupt in haar wimpers en langs haar neus.
Al snel staan er enkele auto’s en mensen langs de weg. Eén wagen schuift de kant in, omdat ook hij niet normaal kan remmen. Een vriendelijk dame belt de politie en zegt dat er een meisje gewond is. Ze biedt tissues aan en laat Rachel in haar auto plaatsnemen, beschut tegen de zware sneeuwval. De vrouw komt van Friesach en heeft vanmorgen al vijf ongelukken gezien, zegt ze. Een man met lange, zwarte haren en een spijkerbroek die opzij helemaal nat is, vertelt dat hij tussen de auto en de vrachtwagen terecht dreigde te komen, maar op de motorkap gesprongen is en zich daar afgezet heeft, zodat hij met een flinke boog in de sneeuw belandde. Dat moet een acrobaten-kunst van jewelste geweest zijn…! Jeannette belt Harold, die nu voorlopig zonder auto op de berg zit en niet naar zijn werk kan.

Blog3

Even later ligt Rachel met een neck brace en een zuurstofkapje in de ziekenauto. ‘Ze is in orde’, stellen de broeders Jeannette gerust, tot wie alles nu pas echt begint door te dringen en die zich zorgen maakt om Rachel. ‘Ze heeft alleen wat zuurstof nodig.’
Opeens duikt Harold op, samen met een behulpzame buurvrouw onder een bruin hoedje. Harold kijkt bij de auto. Voor het portier ligt half onder de auto Rachels wollen muts in de sneeuw. De cd-speler is door de klap aangegaan en de gezangen galmen door de wagen. Beide airbags aan de zijkant van de auto zijn uitgeklapt.
De man van de motorkap klaagt nu over pijn op zijn borst. Voor de zekerheid mag hij ook plaatsnemen in de ambulance.
Al snel gaat het met vliegende vaart richting Klagenfurt. Het angstzweet breekt Jeannette uit. De weg is bedekt met een witte laag, het zicht heel slecht. Wordt dit wéér een ongeluk…? En als Rachel niets mankeert, waarom dan zo’n hoge snelheid bij deze weersomstandigheden? Waarom met zwaailichten en sirene…?
‘Voelt u zich niet goed?’ informeert de ambulancebroeder. Haastig biedt hij een spuugbakje aan. De broeder verzekert haar ervan dat ze veilig zullen aankomen en verbiedt haar nog langer door de voorruit te kijken. Rachel glimlacht dapper achter haar zuurstofmaskertje. Terwijl de tranen over haar wangen rollen, zegt ze: ‘Niet bang zijn, mama.’ Na een eindeloze rit komen ze eindelijk op de kinderafdeling in Klagenfurt aan, waar Rachel grondig onderzocht wordt. Als ze uit de röntgenkamer komt, duiken Harold en de buurvrouw met het bruine hoedje ineens weer op.
Rachel mag met pijnstillers mee naar huis. Ze heeft een flinke dreun gehad, zegt de dokter. Ze moet rustig aan doen en goed in de gaten gehouden worden. Als ze gaat slapen, moet ze elke twee uur wakker gemaakt worden. Als ze misselijk of duizelig wordt, moet ze meteen terugkomen.
De buurvrouw zet ons bij een autoverhuurbedrijf af, waar we een witte Golf meekrijgen. De radio springt vanzelf aan als we hem starten. Er is juist een nieuwsuitzending die melding maakt van ‘chaos’ op de Oostenrijkse wegen en ‘dramatische’ ongelukken. We danken God uit het diepst van ons hart voor de wonderlijke afloop van dit ongeluk. Het is onvoorstelbaar dat we zo weinig mankeren.

Blog6

Blog7

Nauwelijks zijn we uitgestapt, onderaan onze berg, waar ook de huurauto zal moeten achterblijven, of Harold krijgt een sneeuwbal in zijn nek. De kleine patiënt die rustig aan moet doen, is de dader…

Blog4

Blog5