Een week nadat we uit Karinthie zijn vertrokken, reizen we terug. Dat is althans de bedoeling. Opa, oma en tante Hennie zullen ook meegaan, om drie weken lang bij ons te logeren.
Jeannette heeft ’s ochtends nog een afspraak in Apeldoorn en we besluiten elkaar om 13.00 uur te ontmoeten bij Garage Pouw, waar onze Nederlandse auto moet achterblijven. In opa’s auto willen we dan met ons vijven – via het hotel in midden-Duitsland – terugrijden naar Oostenrijk, waar wij een andere auto hopen aan te schaffen.
Als de garagehouder aanzienlijk minder voor de auto biedt dan hij waard lijkt te zijn, ontstaat er een fiks probleem. De wagen kan niet mee terug (te veel gedoe met Oostenrijks kenteken, enzovoorts), maar tijd om hem elders te verkopen, is er eigenlijk ook niet meer. Toch maar naar een andere garage! besluit Harold via de telefoon vanuit Oostenrijk.
Zonder navigatie – die hangt al in opa’s auto – zwerft Jeannette door Apeldoorn, op zoek naar het bedoelde bedrijf. Ondertussen komt er een paniektelefoontje vanuit Voorthuizen: ‘Help! De accu is leeg. Wij worden nu eerst naar een garage gesleept, en komen dus later.’
Hoe bestaat het! Op het moment dat de familie met een aan alle kanten uitpuilende auto denkt weg te rijden, blijkt de wagen dienst te weigeren.
Dit geeft Jeannette in elk geval nog even tijd om naar de door Harold aanbevolen garage te zoeken. Als ze die eindelijk heeft gevonden, blijkt men daar alleen belangstelling te hebben voor auto’s die slechts een beperkt aantal kilometers op de teller hebben staan. Pech! Dus weer terug naar garage nummer 1, waar de familie in Voorthuizen inmiddels behoorlijk geagiteerd is aangekomen: de accu is weliswaar vervangen, maar de navigatie heeft hen een half uur lang heel Apeldoorn doorgestuurd behalve naar de plaats van afspraak… Onze auto blijft hier maar even achter tot er een oplossing is gevonden.
Twee uur later dan bedoeld verlaten we het land. Het is dan ook al ver in de avond, en donker, en koud, en nat als we bij het hotel aankomen, waar… de deur op slot zit! Hoe we ook kloppen en aanbellen, het helpt niet. Dan maar opbellen. Helaas, mobiel één weigert dienst, mobiel twee is leeg, mobiel drie doet het om onverklaarbare reden ook niet. En dus zit er niets anders op, dan dat Jeannette in het stadje op zoek gaat naar een kroeg van waaruit ze het hotel opbelt. Ein-de-lijk kunnen we onze koffers de trappen opsjouwen en ons in een knusse vakwerkkamer op de bedden laten vallen. Hehe!
Kijk, van dat soort gedoe heb je dus geen last als je lekker blijft zitten waar je zit…:)!

Zó gezellig, samen in een hotelletje:)
Eeeooowwww! Om niet vrolijk van te worden!!! Tja… if it doesn’t flow, don’t do it… zeg ik altijd. Dan maar een ander plan. Ik ben blij dat jullie voorlopig die auto nog heb, want te ver onder de waarde laat een nare gevoel achter. Goed gedaan Harold! Nou… ik zou zeggen… geniet van je ouders en opas en omas wanneer jullie eindelijk tuis zijn. En af en toe tot tien tellen… I feel for you!
LikeLike