
De komst van een kruidentuintje in crisistijd…
‘Gefeliciteerd met de aanstaande versoepeling van de maatregelen in Oostenrijk’, appt een van onze gasten vandaag. ‘Dat schept een klein beetje hoop richting de zomervakantie.’ Ja, blij zijn we met deze berichten. Heel misschien wordt dit seizoen wel het meest bijzondere van de vier die we hier in Zmuln hebben meegemaakt. Wat een wonder zou het zijn als we veel bekende, maar ook nieuwe gasten na zulke bizarre tijden toch in gezondheid mochten ontmoeten!
Het is midden maart als wij ons laatste blog schrijven. Vanaf dat moment gaat ook hier op Freudenhof het coronavirus het hele leven beheersen.
Nog diezelfde middag horen we dat Gerrit en Wilchert – twee vrienden van het Leger des Heils – niet kunnen komen. Gerrit is ernstig ziek en wil heel graag nog één laatste keer naar Freudenhof. Stichting Ambulancewens is van plan hem, en zijn trouwe kameraad Wilchert, het eerstvolgende weekend te brengen, maar de coronacrisis gooit roet in het eten. Dat is slikken. Ontroerd horen we dat er echter toch iets van Gerrit naar Freudenhof komt: ‘Ik schenk jullie een fruitboom’, vertelt hij, ‘met een bordje erbij!’ Een week later sterft Gerrit.
Ondertussen vernemen we dat ook de groep mensen van het Leger die vanaf 3 april zou komen klussen, het bezoek moet uitstellen.
Alles gaat heel snel nu. De kerkdienst wordt bij nader inzien toch de eerstvolgende zondag al afgeschaft en er is die maandag meteen geen school meer. Behalve de supermarkten en apotheken gaan alle winkels onmiddelijk dicht.
Harold komt als enige nog van de Zmulner Berg af. Bij het magazijn van de Spar, waar hij werkt, is het extreem druk. Zelfs het Oostenrijkse leger wordt ingezet om te helpen, nu mensen op grote schaal extra inkopen doen. Overigens beweert Harold nu wel te begrijpen waarom deze soldaten twee oorlogen verloren hebben: ‘Ze pauzeren meer dan ze werken. Maar hun camouflage is wel heel goed, want ik heb ze alweer een halfuur niet gezien.’
Wie onnodig de deur uitgaat, riskeert een boete van meer dan 3000 euro en er wordt streng gecontroleerd. Een collega van Harold ondervindt dat aan den lijve als hij op een vrijdagavond in een park loopt en er proces verbaal tegen hem opgemaakt wordt. Hij is nu 3000 euro armer.
Je mag nog wel de natuur in, maar alleen met eigen gezinsleden. Mocht je iemand tegenkomen, dan geldt ook hier de anderhalve meter afstand. In de supermarkt wordt een mondkapje verplicht.
Meer dan eens doemt in ons hoofd het spookbeeld op van massaal annulerende gasten, aanbetalingen die teruggestort dienen te worden, een leeg appartementenhuis, een lege tuin, een leeg zwembad….
Onzegbaar veel erger zijn de berichten over ziekenkamers waar mensen in alle eenzaamheid sterven, over ziekenhuizen waar patiënten naar adem snakken en personeel machteloos staat.
Als oma Donkersteeg op een nacht hoge koorts krijgt, schrikken we ons wild. De dokter die meteen langskomt, denkt aan ‘griep in het gunstigste, corona in het ergste geval’. Een dag later blijkt het om wondroos te gaan. Opgelucht halen we adem. Geen pretje misschien, maar hier helpt gelukkig antibiotica tegen…
Zwager Albert in Nederland wordt erg ziek en een van onze gasten komt zelfs in coma aan de beademing te liggen. Het houdt ons allemaal flink bezig.
Vooral de zondagse diensten en onze kerkelijke gemeente gaan we na verloop van tijd steeds meer missen, al blijft er verbondenheid via een app-groep. De kinderen vermaken zich thuis prima en zitten tot onze verrassing na ruim drie weken nog steeds heel goed in hun vel. Het schoolwerk blijkt op afstand uitstekend door te kunnen gaan. Het weer werkt ook mee: ze zijn veel buiten en genieten van de lente, de ruimte, de dieren. En heb je echt gebrek aan sociale contacten, dan ga je gewoon tot half twee ’s nachts met vrienden videobellen, zoals Maria op een keer doet…
Matthias maakt zich pas zorgen als zijn mountainbike een platte band krijgt en de pomp die hij bestelt, niet binnen tien dagen geleverd kan worden! Een appje naar de ‘buren’ beneden in Zmuln biedt uitkomst: zij leggen hun pomp op een bank in de tuin. Daar kan Matthias het ding ophalen en weer terugleggen.
Er ontstaat een nieuwe groet hier: ‘Bleib gesund!’ Alleen onder apps, mails en via de telefoon natuurlijk, want in het echt zie je elkaar niet meer…
Met z’n allen poetsen we het zwembad. Dat laten we vollopen, zodat het kan opwarmen. Harold en Matthias maken een mooi kruidentuintje.
Elke avond zijn we dankbaar dat we alle vijf weer gezond mochten blijven, want Harold loopt best wat risico bij de Spar, waar dagelijks veel chauffeurs uit heel Europa langskomen die allemaal dezelfde toiletten gebruiken als hij en dezelfde deuren doorgaan.
De besmetting is hier niet zo hoog als in Nederland, het aantal doden een tiende van het aantal in Nederland, maar we beseffen dat alles zomaar weer veranderen kan. Toch komt er vandaag een beetje goed nieuws: áls het zo door blijft gaan, mogen kleinere winkels hier vanaf 14 april weer openen. Op 1 mei zouden dan ook de kappers volgen en twee weken daarna het onderwijs en de horeca.
We mogen vertrouwen. Hoe het ook loopt, aan het eind van deze donkere coronatunnel gloort licht. En als we op een dag echt weer gasten mogen begroeten, zal dat extra bijzonder zijn!

Gerrit (midden), toen hij vorig jaar rond deze tijd op Freudenhof was.