img_4285

Trotse bezitter van… twee kentekenplaten

Vanaf de Piramidenkogel gaan we gauw naar huis, want: vanmiddag kan onze eigen Oostenrijkse auto opgehaald worden! In de afgelopen drie weken mochten we gelukkig gebruik maken van opa’s wagen, maar nu heeft Harold eindelijk de ‘ouwe Volvo’ gevonden waarvan hij droomde. Een auto kopen werkt hier trouwens wel even anders dan in Nederland, want eerst komt de verzekeringsadviseur langs, die ons het nieuwe kenteken overhandigt.
Opgetogen rijden we daarmee naar de garage in Klagenfurt. De garagehouder bevestigt de kentekenplaten en biedt aan de wagen nog even te wassen. Harold zal de Volvo in ontvangst nemen, de rest van de familie vertrekt alvast richting de bouwmarkt en de supermarkt waar we deze dagen kind aan huis zijn. Opa stopt onderweg voor de aanschaf van een paar pakjes pijptabak en we kijken ondertussen goed of Harold misschien al langs komt toeren in zijn nieuwe bolide. Hij is nog nergens te bekennen, dus de wagen zal wel héél grondig gewassen worden.
Bij de volgende twee winkels hebben we véél tijd nodig. Het is dan ook meer dan twee uur later als we bij de supermarkt willen vertrekken. Jeannette werpt een blik op haar mobiel en ontdekt dat Harold enkele uren eerder al een poging heeft gedaan om haar te bellen. Oeps! In de gezinsgroepsapp ziet ze dat hij vervolgens heeft geinformeerd: ‘Heeft mama de telefoon bij zich, jongens?’ Ai! Er zal toch niks mis zijn gegaan met die Volvo? Terwijl ze peinzend de weg voor de supermarkt aftuurt, ziet ze het antwoord op haar vraag aan komen wandelen door de regen. Daar nadert Harold! Wat doet die hier te voet, 7 km ver van de garage waar hij eerder die middag is achtergebleven?! Waarom rijdt hij in vredesnaam niet rond in zijn pas gekochte Volvo?
Nat en met een blaar op zijn hak blijkt hij vanaf de garage (helemaal aan de andere kant van Klagenfurt)  lopend op weg naar huis! Wat een mazzel  dat wij nog bij de supermarkt staan die hij passeert, anders had hij de volgende 10 km ook nog te voet kunnen afleggen. Maar dit is dan ook het enige geluk bij een ongeluk…
Toen Harold eerder die middag de nieuwe aanwinst wilde meenemen, bleek dat hij contant moest betalen. Aangezien hij gewoonlijk niet met enkele duizenden euro’s op zak rondloopt en je bovendien zo’n bedrag niet in één keer kunt opnemen bij een pinautomaat moest hij zonder auto weer vertrekken. Omdat de leenauto’s van de garagehouder alle in gebruik waren en pogingen om Jeannette,  opa, oma en tante Hennie te bellen, te appen, te sms’en, geen repsons opleverden, zat er niets anders op dan dat hij lopend de afstand van in totaal 17 km zou afleggen. Dat deed hij natuurlijk blijmoedig, precies zoals we hem kennen. Toch mompelde hij in zichzelf een aantal lelijke woorden ten aanzien van de Oostenrijkers in het algemeen en de in PKW’s handelende lieden in het a(l)penland in het bijzonder. De kwalificaties van de mobiele bereikbaarheid van zijn schoonouders, tante Hennie en Jeannette, die spontaan in hem opkwamen, waren eveneens vrij kritisch van aard. Desondanks legde hij, koude en regen trotserend, manmoedig en zonder klagen de verre voetreis door Klagenfurt af. De verleiding van een Big Mac bij de Mac liet hij dapper rechts liggen. Voort ging het, kilometer na kilometer, door steeds diepere plassen. Tot Harold uiteindelijk bij de Hofer kwam, waar de dames en opa na zo’n twee uur uitgewinkeld waren. Dat langdurige gewinkel stuit Harold af en toe tegen de borst. Nu niet. Integendeel. Het scheelde hem 10 kilometer lopen…