Buiten is het donker en stil, binnen klinkt gerammel aan de tralies. De katjes, die in de bench moeten gaan slapen, leggen zich nog niet neer bij hun gevangenschap. De hele dag en de hele avond genoten ze de vrijheid van de woonkamer en dan is zo’n ‘plötzliche Beschränkung’ van hun ‘Lebensraum’ ‘nicht toll’.

Voor ons was deze dag ook niet bepaald ‘toll’. Vanmorgen een verzekerings-iemand over de vloer die meer dan tweeënhalf uur bleef, terwijl er uiteindelijk geen enkele verzekering werd afgesloten, omdat we nog niet in het ‘Grundbuch’ staan. Of zoiets…. Onduidelijk is of de boel nu wel verzekerd is. De vorige eigenaar heeft ons verzekerd van wel… Als bewijs stuurde hij een aanmaning uit het jaar 2012 waar een polisnummer op stond, en daarbij een dreigement dat de verzekering niet meer dekkend was als er niet gauw betaald werd.

Zonder verzekering leef je in afhankelijkheid, dat is niet verkeerd. De verzekeringsagent bond ons echter op het hart wel zo snel mogelijk een ziektekostenverzekering af te sluiten. Soms moet je inderdaad je verantwoordelijkheid nemen. Dus ’s middags meteen maar heel behoedzaam (want misschien niet of slecht verzekerd) naar de Gebietskrankenkasse aan de Klempstrasse in Klagenfurt. Een aardige jongeman verwijst ons naar kamer 117 op de eerste verdieping. De deur van ‘Raum 117 ist zu. Keiner ist drinnen. Es ist dunkel.’ Een kantoor verder werken twee bebaarde jongemannen achter platte beeldschermen. Zij weten de gezette dame van 117 ergens in het gebouw op te duikelen. We zijn bij haar aan het verkeerde adres, vertelt ze ons onomwonden. We moeten naar de Bahnhofstrasse, naar de Wirtschaftskammer. Daar kan Jeannette zich als zelfstandige laten inschrijven en de verzekering volgt dan vanzelf.

Heel voorzichtig – want misschien nog steeds niet goed verzekerd- rijden we naar de Bahnhofstrasse. ‘Pas op!’ roept Jeannette als we een leeg kruispunt naderen.
Het gebouw van de Wirtschaftskammer heeft een stuk of drie entrees. De derde blijkt de juiste. ‘Ja, genau, ich bin Schriftstellerin und ich übersetze’, zegt Jeannette op haar allernetste Duits tegen de vriendelijke receptioniste. Het maakt indruk. Jeannette mag een formulier invullen. Harold kijkt verbijsterd wanneer zijn vrouw gewoon weer zíjn achternaam plus háár meisjesnaam opschrijft, een daad die eerder al eens tot uren vertraging, tientallen telefoongesprekken en grote beroering in de Oostenrijkse bureaucratie heeft geleid. Dit keer doet de dubbele naam gek genoeg weinig stof opwaaien. Over een ‘halbe Stunde’ zullen we verder geholpen worden. ‘Da’s een heel half uur’, zeggen we, en we kijken elkaar verschrikt aan. We hebben geen keus, en dus pakken we een krant en maken we het ons gemakkelijk, al laat Jeannette zich nog wel diverse malen spijtig ontvallen dat ze haar ‘werk’ had moeten meenemen.

De blonde dame die ons uiteindelijk meetroont, voorziet ons ook al niet van een verzekering. ‘Sie sind hier falsch’, zegt ze vriendelijk maar beslist. En na een heel verhaal over  ‘neue Selbständige, Versicherungsrecht, SVO, Gebietskrankenkassen’ en nog veel meer wijst ze ons de weg van dit kastje naar de volgende muur.
Harold wil weg, zo snel mogelijk. Jeannette roept op de drempel nog ‘vielen Dank!’ Dan gaat het op een holletje naar de auto. Onverzekerd…

PS Inmiddels zijn we een dag verder. Van talloze kastjes zijn we naar even zovele muren gestuurd. En weer terug. Heel Klagenfurt crossen we door. Bij elk kantoor waar we aankloppen, wordt het ingewikkelder. Zeeën van tijd en energie heeft het inmiddels gekost. Bergen ergernis heeft het opgeleverd. Plus een verplicht verzekeringetje voor ons bos, waar we helemaal niet voor kwamen. Hoe en waar we in dit land ooit een ziektekostenverzekering kunnen krijgen, is ons een raadsel!

bos-1

Ons bos, daar kunnen we wel een (ongevallen)verzekeringetje voor krijgen. Maar dat is dan ook alles.

bos-3bos-4bos-2