Makelaar Heinrich staat versteld. Hij verkeerde in de veronderstelling dat wij een feestje zaten te vieren en wilde even in de vreugde delen… Harold lucht via de telefoon zijn hart en laat zijn ‘Pommes’ daarvoor koud worden. Buiten gehoorafstand van het terras loopt hij lang al bellend en rokend te ijsberen terwijl de rest van het reisgenootschap lekker door eet en drinkt.
Of het niet aan ons Duits ligt? oppert Heinrich. Het kan niet waar zijn! denkt hij. We hebben Herr Bankdirektor vast niet goed verstaan. Hmm… De afspraak die er voor morgen – vrijdagochtend – stond bij de huizen in Zmuln blaast hij bij dezen af. Hij gaat morgenvroeg eerst bellen, met de bankdirecteur, met de eigenaar, met de makelaar van de eigenaar.
Wij kunnen het niet laten ondertussen toch uitbundig te genieten van ons vakantiehuisje in de bergen achter Arriach: van de uitzichten, de oude boerderijen rondom, de stilte, de ruimte, de koeien, het ligbad en de sauna, de tafeltennistafel en de hangmatten.

Zweten in de sauna
Jeannette en Maria rijden vrijdagmorgen naar beneden om in het dorp broodjes te kopen. Eenmaal terug blijkt dat een uitgebreid ontbijt er niet in zit. Heinrich heeft gebeld: hij is samen met de makelaar van de eigenaar op weg naar Zmuln – en wij worden daar ook verwacht. We springen in de auto, eten onderweg en staan vijftig minuten later in de brandende zon voor het appartementenhuis in de groene heuvels van Zmuln. Harold uiteraard met een blik vol Liebe und Leidenschaft…
Het verhaal Zmuln blijkt, op dit moment althans, inderdaad nog niet ‘zum Ende’. Na uitgebreid overleg en een rondgang door de beide panden vertrekken de heren makelaar ijlings: een van beiden moet naar de diploma-uitreiking van zijn vrouw, die de hoogste graad van de jagersopleiding heeft gehaald…
Al zou Zmuln nooit van ons worden, vandaag is het dat wel. Lang dwalen we door de vele vertrekken, we proeven weer de oude sfeer van het woonhuis, buigen ons opnieuw over het haveloze, lege zwembad, voelen onze handen jeuken bij het zien van overwoekerde muren, veel te hoog gras, verwilderd struikgewas, beschadigde wanden, afgebladderde verf en tienduizend kilometer aan spinnenwebben…
Voordat we via veelal onverharde landweggetjes dit weidse, landelijke landschap verlaten, doen we nog even de Zmulnersee aan, het meertje dat op loopafstand van het huis ligt. Op de steigers zitten meisjes in bikini te kletsen, op handdoeken in het gras zonnen almaar bruiner wordende badgasten, een man met zonneklep op trekt baantjes in het water. Bij de Imbiss geurt de barbecue. En dat alles tegen het decor van een hoge heuvel waarop twee huizen liggen, waarvan wij nog altijd niet weten of ze ooit de onze worden of toch niet.
Bij de makelaar thuis zetten we die middag een handtekening onder een bod dat aanzienlijk lager ligt dan de vraagprijs was. Dat zal de makelaar aan de eigenaar gaan overhandigen. Voor ons begint voorlopig het wachten weer, we wennen er inmiddels aan en nemen het ervan: bij de Faakersee – een van de warmste meren van Karinthië – blijkt het goed toeven. Jeannette is bij ons overhaaste vertrek vanmorgen haar badpak vergeten. Zij kan tot haar verdriet alleen pootje baden. Gelukkig zijn de stenen op de bodem zo glad dat ze binnen de kortste keren onderuit gaat en – voor het oog van alle badgasten aan de oever – met kleren en al languit in het water belandt.
Tot laat in de avond zitten we bij de gloeiende kolen van de barbecue te midden van het schitterende landschap waarin we op een dag – waar dan ook – toch vast wel zullen wonen?
Wat een spannend verhaal zeg! Zeker niet echt waar!
LikeLike
Heel erg echt waar, Ria:)!
LikeLike