Oké, dat ze met vier man rond je bed staan, alleen maar om een pijl onder je oor te tekenen, is misschien wat merkwaardig. En dat ze je een jurk en een paar lange, witte kniekousen aantrekken ook. Het zal die woke-gekte wel zijn, denkt Harold, terwijl hij zich alles gelaten laat welgevallen. Maar verder heeft-ie niks dan lof voor het ziekenhuis in Klagenfurt, waar hij zich donderdag om half zeven (!) moet melden om een operatie aan zijn linkeroor te ondergaan.

Hoewel Harold -positief als hij altijd is- de voordelen van een slecht gehoor immer benadrukt (‘Het meeste wat mensen zeggen is toch onzinnig’, ‘We zijn toch geëmigreerd voor de rust; een slecht gehoor helpt daarbij’), is het hem steeds meer gaan tegenstaan dat hij de vogels niet meer hoort fluiten, nauwelijks muziek meer kan luisteren en mensen uit de weg gaat om de moeizame gesprekken te vermijden.

De KNO-arts adviseert een operatie.

Natuurlijk is dat gesleutel in de buurt van je aangezichtszenuw en evenwichtsorgaan niet zonder risico. Daarom is de opluchting groot als de patiënt na twee uur weer bijkomt, kan knipogen naar de zuster en stabiel in zijn luxe ziekenhuisbed ligt. De menukaart -het lijkt wel alsof Harold ‘m net zo belangrijk vindt als het resultaat van de operatie- bevalt hem zeer en hij laat zich dankbaar verwennen. Over een tijdje moet blijken of het nieuwe gehoorbeentje dat er geplaatst is, echt gaat werken, maar op deze maandagmorgen hoort hij voor het eerst in maanden vogels fluiten…