DSC_1138Philomena woont met haar oude moeder, twee honden, twee katten en vijfenveertig kippen in de bergen. Omdat ze haar schouder heeft geblesseerd, gaat Harold haar een middagje helpen. Uit pure dankbaarheid belooft ze hem een koppeltje kippen mee te geven.
Ze beginnen met koffie.
‘Ken jij misschien een fokker van Berner-Sennenhonden?’ vraagt Harold, terwijl ze bij het fornuis zitten. ‘Wij zoeken een verjaardagscadeau voor onze Rachel, en we denken dat we haar nergens blijer mee kunnen maken dan met een eigen hond.’
Philomena wordt meteen enthousiast. Ze weet een paar pups die een Berner Sennen als vader en een Sint Bernard als moeder hebben. Zodra ze haar kopje leeg heeft, trekt ze haar jas aan.
‘Maar het werk dan?’ aarzelt Harold.
‘Nee, nee, dit is leuker.’
En zo rijdt Harold die middag – zonder ook maar één klus geklaard te hebben –  met een kattenbak vol kippen én een kanjer van een hond naar huis. Alleen… Rachel is pas over een paar dagen jarig. Waar verstoppen we die pup zo lang? Het is me nogal een bakbeest. Misschien meteen maar geven?
Onderweg belt Harold even met het thuisfront voor overleg.  Jeannette polst vervolgens de bijna-jarige: ‘Zeg Raach, zou je het heel erg vinden als je cadeau geen verrassing meer is? Papa heeft iets gevonden, maar hij weet niet zeker  of het goed is. Je moet het… eh… eerst even passen…’
‘Ski-schoenen, dus!’ stelt Rachel vast. ‘Of een wet suit!’ Nou, nee hoor, geeft niet, zij past wel.
Als de auto de berg op  rijdt, wordt Rachel op een stoel in de hal geparkeerd. Ogen dicht! Zonder dat ze het ziet, kiert de deur open. Het wordt heel stil in de hal. Matthias en Maria houden hun camera’s in de aanslag.

DSC_1006

Een flinke bol wol stapt schuchter naar binnen. Witte voetjes heeft-ie, net als Rachels kat Koosje. Verlegen kijkt het beestje omhoog naar de vreemde mensen die hem opwachten. Bedremmeld doet het nog een paar stapjes naar voren. Het is alsof het vraagt: ‘Ben ik hier goed? Wie zijn jullie? Ik vind dit eng!’
Rachel mag kijken.
‘Past dit, denk je?’
Ze gelooft haar ogen niet, hurkt op de vloer neer en sluit de bol wol verbluft in haar armen. Boris noemt ze hem. Hij is sindsdien haar grote liefde. En Harold, die gaat morgen gewoon weer terug naar Philomena.