Een bijzondere zondag, de 16e juli 2018. In de afgelopen nacht waren voor het eerst alle acht appartementen bezet. Twee rare jaren van emigreren en renoveren sluiten we nu definitief af. Opgelucht, maar ook wat weemoedig blikken we terug. Misschien dat we niet élk moment graag zouden overdoen, maar willen míssen hadden we deze periode voor geen goud!
Heel vroeg gaan we naar bed. Voor dag en dauw moeten we er namelijk alweer uit: Maria hoopt om 3.30 uur naar Nederland af te reizen om oma Donkersteeg te helpen na een operatie.
In bed leest Jeannette nog even een artikel. Een vrouw vertelt daarin dat een bekende die stervende was, bad of ze alvast iets van de hemel mocht zien. ‘Dat gebeurde niet’, vertelt de geïnterviewde, ‘maar wel hoorde ze vaak muziek en gezang op momenten dat niemand anders zoiets hoorde.’
Het tijdschrift gaat dicht, de lamp gaat uit.
‘Hé’, zegt Jeannette. ‘Hoor jij ook muziek?”
‘Nee’, mompelt Harold, die eigenlijk al slaapt.
Jeannette gaat op haar andere zij liggen.
Er klinkt toch heus gezang. Hoe kan dat?
‘Hoor je echt niks?’
…
Ze sluipt naar de overloop en klopt op Maria’s deur. ‘Maria, heb jij soms muziek aan staan?’
‘Ikke niet.’
Dan naar Matthias’ deur. Klop, klop.
‘Ja, kom binnen, maar ik heb geen muziek aan staan’, zegt Mat, die de vraag kennelijk al gehoord heeft.
Via zijn kamer stapt Jeannette het balkon op. Ze staart de schemering in. Veertig minuten vroeger dan in Nederland is hier de duisternis ingevallen. Van de Saualpe in de verte zijn alleen de contouren nog zichtbaar; de burcht van Sankt Veit kun je door het donker niet meer te zien liggen. Van beneden klinkt het gesjirp van de krekels en… gezang.
‘Meine Zeit steht in deine Händen…’
Matthias stapt uit bed en komt naast Jeannette staan.
‘Hoe kan dat?’ vraagt ze verbaasd. ”Meine Zeit’! Eén van mijn lievelingsliederen! Maar er zijn alleen Nederlandse gasten en ik heb het in Nederland nog nooit gehoord. Ik wist niet dat het daar ook bekend was…’
‘Wat mooi’, zegt Matthias zacht. ‘En dan met dat donker, en die krekels. Misschien hebben ze een oude liedbundel gevonden. De gasten, bedoel ik.’
‘Nun kann ich ruhig sein, ruhig sein in dir,’ klinkt het helder.
‘Dan zouden ze de wijs toch niet meteen kennen?’
‘O nee…’
Bij het terras van de gisteren in gebruik genomen Stube Freundlich schemert wat licht. Het prachtige gezang lijkt daar vandaan te komen.
‘Nu blaft er nog een ree mee, ook’, fluistert Matthias.
‘Gib mir ein festes Herz, mach es fest in dir.’
Op het balkon wordt stil geluisterd totdat het lied uit is.
Stube Freundlich is ingewijd.
En hoe…

Eerste impressie van het laatste appartement…

Stube Freundlich bevindt zich linksboven, op de zijvleugel van Freudenhof.
Mooi lied, maar ook bekend in Nederland hoor, we zingen het hier graag
LikeLike
Wow! Bijzonder!@
LikeLike