Freudenhof bruist. De stilte is gedurende deze weken tijdelijk verdreven, verstoord door de ronkende schuurmachine van Marjan, de accuboor van Wilko, de motorzaag van Frederik, de slijptol van Harold, de tegelsnijder van Erwin, de trekker en de graafmachine van een ploeg Karinthiërs, die achter het appartementenhuis drainage aanlegt en in de voortuin een watertank begraaft, die veel wegheeft van een onderzeeër. Krijgen we alles op tijd weer glad voordat de eerste gasten van dit seizoen arriveren, is de spannende vraag die we ons zelf regelmatig stellen. Het lijkt erop van wel, maar vraag niet hoe…! Marjan heeft niet voor niks vorige week dit mooie bord voor ons gemaakt:
Het is een gevleugelde uitspraak geworden! Drie keer per dag moeten we onze plannen wijzigen, het rooster omgooien. Mensen die niet op het afgesproken moment komen opdagen; materialen die bij nader inzien niet leverbaar blijken; een regenbui die de dingen in het water doet vallen, er is altijd wel wát – en tot op zeker hoogte wennen we er nog aan ook.
We geven elkaar maar eens een knipoog, roepen in koor: ‘Zoals verwacht, loopt alles anders, jongens!’ en strijden moedig voort.
Als deze dinsdagmorgen het moment van afscheid nemen aanbreekt, is er on-voor-stel-baar veel werk verzet! Toch heerst er aan het ontbijt een treurige stemming. Het vertrek van vrienden blijft lastig, hier. Je weet dat je niet even bij elkaar langs kunt komen zoals in Nederland het geval geweest zou zijn; dat het vaak een tijd duurt voordat je elkaar terugziet; én je bent ondertussen wel veel intenser met elkaar opgetrokken, hebt bij al dat werk meer met elkaar beleefd en besproken dan ‘vroeger’ in Nederland het geval was bij een kopje thee.
We troosten ons vandaag met de gedachte dat Wilko & Marjan als het goed is over een maandje alweer terugkeren en Frederik over drie maanden, maar leuk is dit moment toch niet. Vooral de meisjes hebben het zwaar.
Rond zevenen vloeien er vele tranen, en dan rijdt onze ouwe auto de nevels in, op weg naar het vliegveld in Slovenië. Rondom Freudenhof ronken nu alleen nog de trekker en de graafmachine.
Jeannette zet zich aan haar boek – ook dat werk dient tenslotte door te gaan – , op een laptop die het met de batterij moet doen, want over stroom beschikken we vanochtend wegens werkzaamheden niet. ‘Wat hebben we veel te danken aan het geweldige stel mensen dat nu vertrokken is’, denkt ze, ‘en niet alleen vanwege al het werk dat ze hier verricht hebben! We zullen hen missen!’
Wat ze niet weet, is dat de spits in het centrum van Klagenfurt deze ochtend wél erg druk is… Dat de autorit over de Loiblepass vandaag niet opschiet met al die regen… Dat Frederik eerder zou moeten inchecken dan de anderen, omdat hij als enige ook ruimbagage mee heeft…
En zo kan het gebeuren dat terwijl Jeannette argeloos doortikt, Frederik op z’n sokken over het vliegveld van Ljubjana rent. Zijn schoenen zijn al door de douane, en hij moet héél snel zijn, wil hij daar zelf ook nog doorheen komen, zoveel is hem inmiddels wel duidelijk aan het worden. Hij vond het net al zo vreemd dat er bij de balie niemand meer zat die zijn bagage kon aannemen… Harold, de onverbeterlijke optimist, mocht dan denken dat het baliepersoneel nog kómen moest, Fred begint iets anders te vrezen. Dat wordt er niet beter op als hij Marjan haar hand ziet opheffen en hoort zeggen: ‘Hé! Alida Maria Susanna, dat ben ík! Jongens, we worden omgeroepen!’ Luttele minuten later schudt het luchtvaartpersoneel meewarig het hoofd. Ernstig kijken ze de arme vliegende-Hollander-op-sokken aan. ‘Zu spät!’ De gate is gesloten! Een paar vriendelijke stewardessen grijpen naar de telefoon. Haastig voeren ze een gesprek met de captain zelf. Maar die is onverbiddelijk. Hij vertrekt met z’n toestel.
Frederik zit er niet in. Wilko en Marjan -compleet in verwarring door de vraag of Fred het nog haalt of niet en of ze op hem moeten wachten of niet- bevinden zich evenmin aan boord. En zo keert rond het middaguur de hele club weer terug bij Freudenhof.
We hadden het kunnen verwachten: ook vandaag liep alles anders. Tijdens de vrolijke avondmaaltijd doet de uitgelaten sfeer aan tafel in geen enkel opzicht meer denken aan de treurige stemming bij het ontbijt…! Er zijn mensen die zelfs beginnen te vermoeden dat heel die vertraging alleen maar een truc was om Frederik, Marjan en Wilko nog een tijdje hier te houden.